WAT KAN EEN JURYLID NU WÉL EN NIET WAARDEREN IN EEN PROEF?
Met dank aan Ilja van der Leek, Lilian Kreuger, Marion van Exter, Silvana Wiedeman, Marijke van Beek, Laura Ginsel, Tanja Liesker, Monique Hijdra, Fabienne Berns, Yvon Bos, Ingeborg Dieperink, Brenda Steltenpool-de Vries, Jessica Klasens, Patricia Ruhé en Christa van Duin.
Op wedstrijd willen we graag zo hoog mogelijk eindigen en we doen er als ruiter alles aan om de jury maar geen verkeerde indruk te geven. We hebben een paar weken geleden in de blog van Conny nog kunnen lezen dat juryleden ook maar mensen zijn en wel degelijk te beïnvloeden zijn. En dus glimlachen we vriendelijk naar de jury, snauwen we niet onze voorlezer als deze verkeerd voorleest en geven we voor het oog van de jury een lichte beenhulp ook al zou een flinke por meer op zijn plaats zijn omdat hij niet genoeg impuls heeft.
Maar wat denken en vinden juryleden er nu werkelijk van? Wat zien juryleden liever niet en wat kunnen ze nu juist wél waarderen in een proef?
Ik heb een aantal juryleden gevraagd hoe zij het jureren in de praktijk ervaren en met mijn eigen ervaring als jurylid heb ik daar een aantal aandachtspunten uitgehaald waar ruiters op zouden moeten letten.
#1 Een paard met spectaculaire bewegingen
Sommige ruiters menen, dat zij alleen vooraan kunnen rijden met een getalenteerd paard of met een paard met spectaculaire bewegingen. Voor een deel is dit waar. Met een getalenteerd paard met goede gangen heb je nu eenmaal een voorsprong op een minder goed gebouwd paard met mindere gangen. Met het spectaculair bewegend paard zal je sneller hoge punten krijgen.
Maar er zijn ook ruiters die te veel nadruk leggen op het “spectaculair” in de rondte gaan van het paard. Dat gaat vaak ten koste van het ruggebruik en de souplesse. Het is zeker niet meer zo dat juryleden zitten te wachten op een zweefdraf of een paard met veel voorbeen maar achterbenen die niet meekomen. Zij zien veel liever een fijn afgericht paard die los door zijn lijf beweegt.
Focus je dus op een goede basisafrichting en dat je de oefeningen correct uitvoert en minder op het neerzetten van een spectaculair beeld, wat vaak gepaard gaat met spanning en te weinig ruggebruik. Ook met een eenvoudiger paard, wat goed afgericht is, kun je hoog scoren. Het gaat er tenslotte om dat je paard uitstraalt dat hij een happy athlete is.
#2 Fouten maken in de proef
Fouten maken is niet erg. We doen allemaal ons best en fouten maken overkomt de beste ruiters. Natuurlijk zorgt een fout in de proef wel voor een lager cijfer, maar hoe ga je na de fout verder? Het is namelijk zo dat een jury niet alleen kijkt naar wat er is misgegaan, maar ook naar hoe het opgelost wordt. Als een fout vlot en sympathiek wordt hersteld, wordt een ruiter dit minder streng aangerekend dan een niet herstelde fout. Bovendien kan een goed herstelde fout als een positief punt worden meegenomen bij het geven voor een cijfer voor de rijvaardigheid onderaan het protocol.
Een jury zal het dus waarderen als je de gemaakte fout direct op een nette manier herstelt. Als je paard bijvoorbeeld in de verkeerde galop aanspringt, ga dan zo snel mogelijk terug naar de draf en spring weer opnieuw aan. En springt je paard tijdens de uitgestrekte draf in galop? Meteen terug naar draf en alsnog een stukje uitstrekken laten zien. Een jury waardeert het uiteraard niet als de ruiter de fout hardhandig herstelt of zijn frustratie op je paard afreageert.
Een jury vind het niet erg als er een fout gemaakt wordt, als deze maar snel, effectief en op een nette manier opgelost wordt. En daarna laat je die oefening achter je en focus je jezelf weer op de volgende oefening. Laat je dus niet door een fout in de proef van de wijs brengen. Blijf gefocust!
#3 Hoe laat moet je starten op wedstrijd?
De starttijd is voor veel ruiters soms nog wel een punt waar verwarring over kan ontstaan. Sommige ruiters hebben het idee dat als het programma inloopt, juryleden het fijn vinden als de ruiter alvast start of dat ze zelfs boos worden als de ruiter zijn eigen tijd wil aanhouden.
Dit is over het algemeen niet waar. Elke ruiter kan gewoon zijn eigen tijd aanhouden, omdat je daar je hele voorbereiding op in hebt gesteld, tenzij de jury anders bepaalt. Ben je al wel klaar om te starten? Dan kun je gewoon aan de jury vragen wat hij of zij liever heeft. En staat er geen starttijd vermeld? Dan zal je gewoon moeten starten als de voorgaande ruiter klaar is, of wanneer de ringmeester je oproept.
#4 corrigeren van de houding van het paard tijdens de proef
Een ander belangrijk punt is het corrigeren van de houding van je paard tijdens de proef. Iedereen wil graag het beeld laten zien dat er een harmonieuze wisselwerking is tussen paard en ruiter en dat het paard goed aan de hulpen staat. Maar natuurlijk kan het voorkomen dat je paard in een proef niet voldoende aan de hulpen blijkt te staan. Bijvoorbeeld wanneer er spanning optreedt, waardoor de hulpen minder goed doorkomen, of als je paard tijdens de proef juist te weinig impuls heeft.
Soms kan het dan zo zijn dat je jouw paard dan moet corrigeren, zodat hij weer scherper aan de hulpen komt te staan. Dit kan bijvoorbeeld een iets duidelijke beenhulp, tip met het zweepje of een duidelijke ophouding zijn. Veel ruiters denken dat een jurylid dat niet wil zien en dat een jurylid daarmee het idee krijgt dat je paard dus kennelijk niet aan de hulpen staat. Maar denk je niet dat een jurylid het niet ziet als jouw hulpen niet meer voldoende doorkomen? Een jurylid ziet liever dat je dan een keer reageert op het probleem en daarna de oefeningen beter uitvoert, dan wanneer je het probleem negeert en doet alsof er niets aan de hand is en je paard de hele proef met bijvoorbeeld te weinig impuls door laat lopen.
Pak het paard een keer aan met duidelijkere hulpen, als het paard daardoor de proef verder fijner doorloopt dan kan de jury dit echt wel waarderen. Belangrijk is dan natuurlijk weer dat je dit op een nette manier doet zonder frustratie.
Dit is dus niet de bedoeling…
#5 Serieuze wedstrijdvoorbereiding
Juryleden zitten in hun vrije tijd voor hun plezier in de jurywagen. Zij delen graag hoge punten uit en doen hun best om een zo goed mogelijke beoordeling te geven. Dan is het heel ergerlijk als een ruiter het rijden van een wedstrijd niet serieus neemt.
Dit begint al in de voorbereiding. Zorg dat je op tijd bij de ring bent, dat je een voorlezer hebt geregeld, dat je harnachement in orde is en dat je voldoende tijd hebt genomen om je paard voor te bereiden op de proef. Denk aan al die belangrijke aspecten en zorg ervoor dat wedstrijden rijden niet iets is wat je even tussendoor doet. Een ruiter moet het rijden van wedstrijden serieus nemen uit respect naar hun paard, de jury en de organisatie toe. Zorg voor een goede voorbereiding!
#6 Proef nabespreken?
Napraten over de proef ‘durft’ vaak alleen de ruiter die hoge punten heeft gehaald, terwijl juryleden het erg op prijs stellen om met de ruiters na te praten over hun proeven en de beoordelingen. En nee… je krijgt dan de volgende keer niet minder punten, zoals veel ruiters denken.
Juryleden vinden het dus juist prettig, als je na de rubriek op een vriendelijke manier bij ze langskomt voor live commentaar, zodat je uiteindelijk met een goed gevoel huiswaarts keert en weer genoeg stof hebt om voor jezelf en voor je paard, om op door te trainen.
Je hebt ook ruiters die na de proef bij een jurylid komen ‘klagen’ over te lage punten en dat zijn vaak de ruiters die je niet ziet als ze (te) veel punten hebben gekregen. Als je jouw punten bespreekt, doe dit dan op een respectvolle manier. Durf als ruiter je eigen fouten onder ogen te zien en leer van het commentaar van de jury. Een jury moet er op toezien dat er happy athletes in de baan blijven komen, dus dan moet een ruiter ook tegen opbouwende kritiek kunnen als je er nog niet aan voldoet.
Plezier beleven!
We moeten niet vergeten waarom we op wedstrijd gaan en dat is voor de meesten van ons toch omdat we er plezier aan beleven. Voor een jurylid geldt dat ook, ook al staan een aantal juryleden bekend als streng.
Zij vinden het prettig als er goed gereden wordt en geven liever hoge punten dan lage. Zij zitten niet in het juryhokje om ruiters af te kraken of naar beneden te halen. Net als alle ruiters houden ook zij van de paardensport. Denk er ook eens aan dat als een rubriek laag beoordeeld is, of dit aan de ‘strenge’ jury ligt of is er over het algemeen niet goed gereden. Ga er dus niet altijd vanuit dat een jury (te) streng is geweest.
Leer als ruiter hier op een positieve manier mee om te gaan en neem dit mee om jezelf verder te ontwikkelen als ruiter. Hier schiet je meer mee op dan de lagere beoordeling te veroordelen!
Hoe ga jij om met het commentaar op je protocol?
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!