Tips voor de training van je paard
De training van het paard is voor veel ruiters complex. Het is dan goed om de basiskennis hierover te vergroten. Via dit artikel leg ik jou een aantal dingen uit over de training van je paard. De frequentie, manier van trainen en de intensiteit van de training is voor elk paard weer anders. Door je te verdiepen in je paard kun je erachter komen welke training het meest geschikt is voor jouw paard. Het is ook belangrijk dat je zelf ook weet hoe jouw eigen lichaam werkt. Ga een sport erbij doen waarbij je volledig met je eigen lichaam bezig bent. Zo leer je jouw eigen lichaam goed kennen. Voor paardrijden is het belangrijk dat je jouw ledematen onafhankelijk van elkaar kunt bewegen. Zoek een sport die je daarbij ondersteunt. Je blijft dan fit en je traint je coördinatie. Je moet leren je spieren snel aan te spannen en te ontspannen. Op het paard is dit heel belangrijk. Controle over je eigen lijf hebben onafhankelijk van de beweging van het paard. Hieronder geef ik een aantal tips waardoor je meer inzicht krijgt in het trainen van jouw paard.
Opbouw van de training
Een paard (en zijn spieren) valt of staat met een goede training. De training moet goed opgebouwd zijn en vooraf gegaan worden door een goede warming-up en afgesloten worden met een goede cooling-down. Een warming-up begint bij het 10 minuten instappen voor de smering van de gewrichten. Bij voorkeur instappen op de harde weg voor training en versterking van de banden en pezen. In de bak in een rustig drafje, waarbij het paard zijn hoofd en hals lekker laag houdt, de spieren “warmjoggen”. Na de draf een ontspannen galopje, waarbij jij als ruiter ook eens verlicht kan gaan zitten. Als je de warming-up goed afgewerkt hebt en de spieren van je paard zijn lekker warm ga je 5 minuten stappen. Daarna pak je het paard op en begin je met de uiteindelijke training. Tussendoor niet vergeten te stappen en het paard in zijn spieren laten ontspannen met een lange, lage hals. Als je klaar bent met je training en het oefenen van de figuren en oefeningen ga je beginnen met de cooling-down. De cooling-down wordt ingeleid door een rustig drafje met een lange lage hals bij het paard. Op een ontspannen manier draaf je rond. Dit uitdraven is de beste manier om te voorkomen dat je paard spierpijn krijgt. In deze houding met ontspannen spieren kunnen de afvalstoffen die vrijgekomen zijn tijdens de training makkelijker afgevoerd worden. Je houdt dit ontspannen drafje aan totdat het paard weer op adem gekomen is. Daarna stap je het paard minimaal 10 minuten uit.
Het jonge paard
Een jong paard is in zijn lijf nog niet gewend aan belasting. Dit dient dus ook rustig aan opgebouwd te worden. Om het paard te laten wennen aan training en een ruiter op zijn rug is het belangrijk in het begin 4 tot 6 keer per week korte trainingen van ongeveer 20 minuten te houden. Dit betekent vaak trainen met een lage intensiteit. Hierdoor kan het paard rustig wennen aan belasting en aan het werk met een ruiter op zijn rug. Tip: Stap met je jonge paard veel op de harde weg om de banden en pezen te versterken. De gewenningsfase van het jonge paard komt ten einde als hij balans heeft met een ruiter op zijn rug en hierbij zijn ontspanning terugvindt. De volgende fase vangt dan aan. Opbouw van de spieren.
Opbouw van de spieren
In de fase van opbouw van de spieren kun je de frequentie van de training wat lager leggen, maar de intensiteit van de training verhogen. Je kunt in deze fase beter 4 keer per week 100% trainen dan 6 keer per week 80%. Door bijvoorbeeld 4 keer per week intensief te trainen heeft het lichaam van het paard tussen de training door tijd om te herstellen. Let op dat tussen de trainingen rustdagen zitten. Rust betekent actieve rust, zoals weidegang, ontspannen longeren, los in de paddock, stapmolen etc. Een trainingsschema wat ik vooral aanhoudt is: maandag & dinsdag trainen, woensdag actieve rust, donderdag & vrijdag trainen, zaterdag & zondag actieve rust óf een wedstrijd op 1 van deze twee dagen. Een goed trainingsschema voor je paard is: 2 dagen trainen 1 dag rust en dit steeds zo herhalen. De actieve rustdagen tussen de trainingen door zijn nodig om de spieren, banden en pezen te herstellen van de training. Ter vergelijking: Een lichaam van een renpaard dat zichzelf voor 100% heeft gegeven tijdens een koers heeft 96 uur nodig om te herstellen! Hier zijn de banden, pezen en spieren in meegenomen. De meeste paarden kunnen niet goed met hun eigen spieren omgaan. Ze houden zich vaak vast in hun lijf door verkeerde training of spanning. Door een goede trainingsopbouw en een goede trainer die je hierbij helpt, kun je leren op de juiste manier je paard te trainen. Controleer elke dag de spieren van je paard. De spieren van je paard moeten aanvoelen als een drilpudding. Als je dit voelt kun je ervan uit gaan dat jouw paard qua spieren goed in zijn vel zit. Als de spieren hard aanvoelen en pijnlijk zijn moet je eerst beginnen met een aantal trainingen achter elkaar je paard heel ontspannen te laten ‘joggen’, totdat de spieren weer soepeler aanvoelen. Het kan zijn dat je te hard getraind hebt met je paard en tussendoor te weinig naar de ontspanning gereden hebt. Hierdoor gaat zich teveel melkzuur ophopen in de spieren en dit zorgt ervoor dat de spieren van je paard pijnlijk worden en hard aanvoelen (= spierpijn). Een aantal dagen een paar stappen terug in de training en heel ontspannen rijden, totdat de spieren weer soepel aanvoelen. De doorbloeding in de spieren kan dan weer herstellen. De afvalstoffen kunnen weer beter afgevoerd worden, zodat de spieren niet meer pijnlijk zijn.
Kracht
Het is goed om krachttraining te doen door middel van intervaltraining op een goede bodem. Intervaltraining betekent veel schakelen en overgangen maken. Dat betekent wel weer dat je het paard in de juiste aanspanning en houding moet kunnen laten lopen. Als je het paard in de verkeerde houding traint, dan komt de kracht niet op de juiste spiergroep terecht. Als je tien keer een korte sprint als intervaltraining doet, maar het paard drukt telkens zijn rug weg of de onderhals eruit, dan spreek je niet de juiste spieren aan. Schakelen in de beweging, dus voorwaarts en terugrijden is een goede krachttraining. Spieren worden het meest getraind door korte aanspanningen gevolgd door ontspanning.
Lenigheid
Een paard wordt lening door het langer maken van zijn spieren. Hiervoor moet je hem in een houding trainen waarin hij zijn hoofd laat zakken en zijn hals langer maakt. Hierdoor rekt hij zijn rugspier op. De doorbloeding wordt beter en het paard gaat zich soepeler bewegen. Je richt je voornamelijk op de ontspanning van de spieren. Hierdoor kunnen de spieren de afvalstoffen goed af laten vloeien en wordt een spier ‘schoon’. Schone’ spieren voelen als een drilpudding aan en zijn voor het paard niet pijnlijk. Hij kan hierdoor goed zijn werk voor je doen zonder bepaalde (pijnlijke) spiergroepen te blokkeren.Wissel het langer maken van de spieren (lage en lange hals) af met het sterker maken van de spieren, zoals intervaltraining in de hogere hals houding (kortere dikke spieren).
Wat kan ik hierin voor jou betekenen?
In mijn lessen help ik je om te leren in welke houding jij jouw paard leniger kan maken en in welke houding jij de spieren van het paard sterker kan maken. Naast uitleg over jouw houding maak ik je bewust van de invloed van jouw houding op je paard. Ik help je met de verbetering van de coördinatie en de balans in je zit, zodat je jouw paard makkelijk naar de ontspanning en aanspanning kunt brengen. Tevens train ik jullie bovenstaande toe te kunnen passen in de oefeningen en de dressuurproeven.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!